Geschiedenis Bloemkamp (1191-1580)

Op het licht glooiende terrein op een steenworp afstand van Hartwerd, waar nu de boerderijen Bloemkamp en Monnikehuis staan, stond van 1191 tot 1580 het Cisterciënzer klooster Bloemkamp. Met de stichting van het klooster Bloemkamp in 1191 begint de geschiedenis van één van de aanzienlijkste kloosters in het Noord-Nederlands kustgebied. De stichters zijn drie broers uit Wommels, waarvan Thetardus als eerste abt wordt aangesteld vanuit het moederklooster Klaarkamp bij Rinsumageest. Bloemkamp is in godsdienstig, maar vooral in economisch en maatschappelijk opzicht van grote betekenis geweest. De vele door abten ondertekende politieke documenten en archiefstukken over waterzaken getuigen hiervan. In het landschap van vandaag houden de namen van de kronkeldijken, vaarten, boerderijen en velden de herinnering aan de Schiere Monniken van Oldeclooster nog altijd levend. De monniken introduceerden ook het bouwen met bakstenen in deze contreien. Bloemkamp is vermoedelijk in romanogotische stijl gebouwd met de kenmerkende rondbogen van baksteen. De laatste abt schreef in zijn kroniek het volgende:

“Het sierlijckste en voortreffelijckste clooster in Frieslandt” 

Abt Thomas van Groningen

Tegenwoordig rest er weinig tot niets meer van het ooit zo belangrijke en sierlijke klooster Bloemkamp. Dit klooster was een belangrijk centrum van geloof, landschapsinrichting, architectuur en bestuur in Friesland gedurende bijna vier eeuwen. Het verdient het, een monument te krijgen om passanten te wijzen op deze belangrijke historische locatie, met o.a. een restant van de dubbele gracht die om het omvangrijke complex gegraven was. Het monument sluit naadloos aan bij de informatieborden die al gerealiseerd zijn langs de Oldeclooster-wandelroute, die de wandelaar terugvoert naar de historische landschappen ten tijde van de terpentijd (oer-waddenlandschap), kloostertijd (inpoldering en strijd tegen het water) en historische kenmerken van het landschap na de kloostertijd (Amerikaanse windmotor, klokhuis Hartwerd). Wat nog ontbrak langs de route was een tastbaar herkenningspunt waar het klooster Bloemkamp gestaan heeft. Voor een leek is het zonder belevingspunt schier onmogelijk te herkennen als belangrijke historische plek. 

De architectuur van Bloemkamp

De bouw van Bloemkamp werd in het jaar 1191 gestart en geleid door een lekenbroeder, Siboldus genaamd, en in  1234 gewijd. De kerk had geen stenen gewelf. Na een brand in 1312 kreeg de kerk wel een stenen gewelf, een betegelde vloer en meubilair. Waarschijnlijk hielden de bouwers van de middeleeuwse Friese kerken nog lang aan de Romaanse bouwstijl vast en was de abdij Bloemkamp in ieder geval niet in gotische stijl gebouwd, waarschijnlijk wel in Romangotische stijl zoals nog te zien is in het Friese kerkje van Janum wat door Cisterciënzers is gebouwd (eerste foto van links). Over de specifieke architectuurkenmerken van de gebouwen van Bloemkamp is bijzonder weinig bekend. Er bestaat een afbeelding van Bloemkamp ten tijde van de belegering van de wederdopers in 1535 welke in 1622 was gepubliceerd in de kroniek van Winsemius (middelste foto boven). Het complex was in 1580 volledig gesloopt. Het is dus onzeker of de afbeelding een betrouwbare weergave is van de gebouwen ten tijde van de belegering. Indien het kerktype klopt op de afbeelding betreft het een éénbeukige kloosterkerk. Dat wil zeggen een langgerekte ruimte tussen twee rijen kolommen in een kruiskerk. Nadere beschouwing van de afbeelding die in de kroniek gepubliceerd was laat zien dat de ordening van de kloostergebouwen afweek van het ideale bouwplan van een Cisterciënzer abdij. Zo stond de vermoedelijke eetzaal niet haaks op het kloostervierkant en het schip van de kloosterkerk. Het koor van de kloosterkerk was naar het oosten gericht dus lag het kloosterhof aan de noordkant van de kerk. Meestal lagen de kloosterhoven ten zuiden van de kloosterkerk. Ten slotte lag de vermoedelijke kapittelzaal aan de westkant van de kerk en had geen verbinding met het dwarsschip van de kerk wat eveneens ongebruikelijk was voor de Cisterciënzer bouwtraditie. 


Toen in 1468 een spion van de Bourgondische hertog het Noorden verkende meldde hij het volgende: 

“Item noch een ander cloester geheeten ’t Oudecloester (Bloemkamp) 

ende zyn van Sinte Bennarts orden ende is geleghen by Bolzwart ende 

op ander halve myle naer de Sneec. Dit es wel starck mit twee wyden 

graften ende mit twee starcke porten, starker dan eenighe stede”. 

 Dit impliceert dat er een dubbele gracht om het kloosterterrein heeft bestaan met twee sterke poorten als enige toegang net zoals het geval is geweest bij het klooster Thabor nabij Sneek en Tirns (zie afbeelding rechtsboven). 

Dezelfde spion schreef in hetzelfde jaar het volgende over het klooster Thabor: 

“Item noch leyt byde Sneec een regulieren closteren, geheeten Aberden 

(Thabor) ende is zeer starck mit twee wyde graften omme begraven 

ende mit een starcke poort”. 

In de kroniek van Thomas van Groningen (1542-1599), de laatste abt van Bloemkamp, stonden ook enkele gegevens over de gebouwen vermeld. Zoals eerder vermeld, werd de eerste kloosterkerk in 1234 afgebouwd. Na een brand in de kerk werd er een nieuwe kerk gebouwd met een stenen vloer en gewelf in 1312 en vervolgens werden er in 1335 twee altaren gewijd. In 1443 is er een abtshuis gebouwd en naast de poort een groot armenhuis. De kerk werd met dakpannen bedekt en er kwamen zitplaatsen in het auditorium en het kapittelhuis. De eetzaal en de keuken werden vernieuwd en er kwam een nieuwe klok op de toren. Nadat in november 1464 een zware watervloed was geweest en de grote waterput binnen het klooster door het zeewater onbruikbaar was geraakt, werd het volgende jaar een wal aangelegd rondom de waterput en kloosterland, ter grootte van ongeveer 33 hectare, gelegen rondom de poort. In 1476 werd de kerk vernieuwd en behangen met blauwzijden muurkleden. In 1479 werd er een tuin aangelegd en het jaar daarop werd er een nieuwe ziekenzaal met een bibliotheek gebouwd. Er werd ook een zomerhuis voor de monniken 

gebouwd. In 1558 werd er een boomgaard met vruchtbomen aangelegd en vijf jaar later een eendenkooi buiten het kloosterterrein. 

In 1964 werd er door de heer B.J. Anema een bronnenstudie gepubliceerd over de abdij Bloemkamp met daarin opgenomen een bespreking van een bewaard gebleven rekenboek welke informatie verschafte over de herstelwerkzaamheden rond 1573 en 1576. Uit de kostenposten viel op te maken welke gebouwen in gebruik waren. De volgende gebouwen werden genoemd: de kloosterkerk, refectoria (eetzalen), een dormitorium (slaapzaal) en de kapittelzaal welke alle om de kloostertuin zijn gebouwd. Naast de hoofdgebouwen worden de volgende gebouwen ook genoemd: het abtshuis, de keukens, het brouwhuis, de kelders, de ziekenkamers, de kamer voor de gasten, de bibliotheek (boekerij) en het auditorium. Tevens worden de volgende bijgebouwen genoemd: het bouwhuis, het “langhuys”, de paardenstal, de hooistal en het melkhuis. Om het kloosterterrein was een muur gebouwd met daarin een poort. Volgens abt Thomas was er in heel Friesland geen mooier klooster dan Bloemkamp. 

In 2008 heeft Hylco Bouwstra op basis van deze informatie en het standaard bouwplan van middeleeuwse Cisterciënzer kloosters zoals die van de moederabdij Klaarkamp bekend is* een 3D impressie gemaakt van het kloostercomplex. Deze is nog steeds te zien in de informatie blokhut op Oldeclooster 8 te Hartwerd (langs de Oldeclooster wandelroute en het St. Olduphuspad). De reconstructie wordt ook gebruikt om een impressie te geven van de gebouwen die ingegraveerd zijn in het venster van het te realiseren belevingspunt. Zie foto hieronder voor de 3D impressie van het kloostercomplex.

De plattegrond van de archeologische opgraving van het kloosterterrein van de moederabdij Klaarkamp te Rinsemageest in 1939 door professor Van Giffen verschaft veel inzicht in de rangschikking van de gebouwen van een Cisterciënzer abdij in Friesland. Waarschijnlijk had de herbouwde kerk die omstreeks 1312 in Bloemkamp was gebouwd ook een dergelijk grondplan gehad. 



 

Brokstukken

Nog steeds worden er sierlijke kloostermoppen gevonden op het voormalige terrein van Bloemkamp. De brokstukken tonen een glimp van de fenomenale architectuur en bouwnijverheid van de cisterciënzers die de baksteen introduceerden in deze contreien. Het ontwerp van het belevingspunt is geïnspireerd op de sierlijke vensters die in het klooster aanwezig waren.


Er is ook een muntschat gevonden op het voormalige terrein van Bloemkamp, zie: https://sites.google.com/site/aspsneek/14e-eeuwse-munt